“Als je kijkt naar de ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg, dan hebben wij de orthopedagoog-generalist nodig vanuit het perspectief dat zij bij uitstek degenen zijn die vorm kunnen geven aan systeemgericht werken en herstel van het gewone leven van mensen met een verstandelijke beperking. Daar hebben zij voor geleerd, dat is hoe ze naar mensen kijken.
Klein voorbeeld, maar vandaag had ik overleg over een man met een verstandelijke beperking die tijdens het werk met een grasmaaier had gegooid. Hij kreeg te horen dat hij zes weken niet meer met de grasmaaier mocht werken, terwijl het voor iemand zoals hij weinig zinvol is om hem verantwoordelijk te houden voor zijn gedrag.
Een orthopedagoog-generalist gaat daar anders mee om, die kijkt welke context je kunt creëren zodat er helemaal geen behoefte meer is om met een grasmaaier te gooien. De GGZ is van oudsher gericht op het individu en de stoornis, maar dit voorbeeld laat zien dat we die contextuele en systeemgerichte blik keihard nodig hebben.
Daarom vind ik dat het beroep van OG net zo belangrijk is als dat van de GZ-psycholoog. En vanuit dat oogpunt zou de opleiding ook gefinancierd moeten worden, want het is eigenlijk heel bijzonder dat er in de financiering een ongelijkheid zit. Het is tijd voor de emancipatie van dit belangrijke vak.”